dinsdag 19 mei 2015

Website vernieuwd


De weblog over filosofie, politiek en cultuur sluit aan bij mijn boeken. Meer informatie staat op mijn website www.jasperschaaf.nl.
    Eigenlijk is dit mijn brochure, per jaar aangepast. Soms moet deze weer eens verfrist worden en dat is nu gebeurd. Zo staat er informatie op over mijn laatste boek Het speelveld van de vrijheid. Deze bevat twee essays, op de website staan links naar twee eraan voorafgaande. Het vervolg gaat nog even duren.
    Veel tekst is van de site verwijderd om de boeken duidelijker naar voren te laten komen. Zo is informatie over lezingen die ik afgelopen jaren hield geschrapt.
    De laatste pagina’s van de site bevatten meer foto’s dan voorheen en wat meer aardige strandvondsten van afgelopen jaren.

Bij de informatie over Het speelveld van de vrijheid staat dat ik over dit onderwerp vorig jaar bij Vereniging Het Spinozahuis een lezing gegeven heb, die nu in brochurevorm – als Mededelingen vanwege Het Spinozahuis nr. 110 – is verschenen. Te koop bij Het Spinozahuis (aanklikken) of te bestellen in de boekhandel. Gegevens op de website.

Wanneer je commentaar op de site hebt of vragen, hoor ik dit graag via de mail. Eén technisch foutje op de pagina van Het speelveld van de vrijheid is bekend. Dit is niet op alle computers zichtbaar en wordt in een volgende versie hersteld.

Kijk dus gerust weer eens op www.jasperschaaf.nl.









.... en een foto van de website
grutto, vlak buiten de stad














dinsdag 12 mei 2015

Hoe vaak moet ik het nog zeggen?


Als mijn moeder mij vroeger weer eens eigenwijs vond, niet zo vaak natuurlijk, zei ze: ‘Hoe vaak moet ik het nog tegen je zeggen?’ Want ja, de meest gewone dingen wil men maar niet begrijpen. Hier moest ik aan denken toen ik dacht dat het hoog tijd werd weer eens aandacht voor arbeidstijdverkorting te vragen. Even kijkend op de blogs van afgelopen tijd heb ik het er echter al meer dan eens over gehad.

Ja dat zit me hoog. Dat in crisistijd, bij de enorme flexibilisering en de negatieve loondruk er zo weinigen spreken over nut en noodzaak van ATV, arbeidstijdverkorting. Er is actie tegen ongelijkheid, tegen de tweedeling, terecht voor betere spreiding van vermogens, sommigen willen heel de economie veranderen of vergroenen, en anderen pleiten weer voor een basisinkomen. Maar eerlijk delen moet vooral ook zijn: bij sterke automatisering en overschot aan arbeidskracht bij een lange werkdag, kan ieder korter werken. Eerlijker delen? Begin bij de arbeid! Begin bij de positie van de werknemers. Een hoger loonpeil, veel meer vast werk en ook nog korter werken, dat zorgt voor een omgekeerde spiraal dan we nu zien. Bijvoorbeeld zes uur voor iedereen, een sociaal experiment van jewelste!
      Kan dit zomaar, vlucht het werk dan niet naar het goedkope Afrika? Is dat echter zo erg? Niet alles vlucht zomaar naar Afrika. En meer werk in Afrika en Azië is toch wat iedereen zo graag wil, die economische migratie wil tegengaan?

Het kan heus wel anders. Als het werk té kort wordt, kan de arbeidsduur toch weer verlengd worden? Opheffen van de tweedeling en ongelijkheid moet ook door inkomen en vermogen eerlijker te delen, maar juist daarom vooral ook door de arbeid beter te verdelen. Doe het gerust flexibel: wanneer echt meer werk nodig is kan dit leiden tot verlenging en bij veel werkloosheid – zoals nu – tot verkorting van de arbeidstijd. Ieder aan het werk is eerlijk, sociaal en geeft de werknemers invloed en macht.
      Hoe vaak moet ik het nog zeggen? Eerlijk delen? Begin bij wat het belangrijkste is. Werk geeft mensen zelfrespect, sociale contacten, ontwikkelingsmogelijkheden en een inkomen.
      Het gaat niet alleen om de kracht van de herhaling. Wat is dit voor een maatschappij die duizenden jongeren geen kans geeft hun talenten goed in te zetten?








maandag 4 mei 2015

Marx: Denken met een barst


Hoofdstuk 12 van mijn boek Marx, zó gelezen (2005) heet ‘Denken met een barst’. De weerbarstige werkelijkheid leren kennen betekent barsten, breuken onderkennen. Ze op hun betekenis en effecten schatten.
    Karl Marx’ filosofie is dialectisch. De kosmos, de wereld en de maatschappij zijn volop in verandering, in beweging, er zijn altijd nieuwe ontwikkelingen. Deze ontstaan vooral door interacties, door tegenstellingen, doordat tegengestelde krachten op elkaar inwerken. Met als resultaat dat er altijd nieuwe dingen, of nieuwe fasen binnen een langere ontwikkeling ontstaan.
    In de cultuurgeschiedenis zijn zo ook belangrijke krachten, tegenkrachten en bewegingen werkzaam, die nieuwe situaties bewerkstelligen en daarmee weer oude tegenstellingen opheffen. Een belangrijk voorbeeld is de strijd tussen sociale klassen, waarin onderdrukte klassen en groepen rechten, vrijheden en macht afdwingen. Met deze dialectiek kan men deels bewust omgaan: de sociale krachten en tegenkrachten organiseren, om nieuwe, betere situaties mogelijk te maken.

Dialectisch denken is denken met een barst. Barsten, breuken, niet alleen binnen de begrippen van het denken, maar ook in een visie die realistisch wil zijn en in de complexe werkelijkheid de barsten herkent. De wereld vormt een eenheid, een samenhang, maar deze breekt voortdurend open. Steeds ontstaan nieuwe tegenstellingen, tegengestelde krachten. Dit gebeurt in de maatschappij en in ons denken hierover. Meen je net uit een vraag te zijn, dan dienen nieuwe tegenwerpingen zich aan. Dit is vaak onontkoombaar. Een geheel afgeronde visie vertoont al snel barsten, omdat de werkelijkheid complexer en dynamischer is.

Meestal mogen we blij zijn met de slechts beperkte houdbaarheid van volledig afgeronde visies. Juist dát helpt de samenleving vooruit. Al bestaat hier ook het risico dat veranderlijkheid overmatig en voorbarig als enige ethische maatstaf wordt genomen. Want al is er vaak vooruitgang, er ontstaat ook strijd die met groot verlies en menselijke drama’s gepaard kan gaan, zoals het dagelijks leven en de geschiedenis met haar vele oorlogen leren.
    De maatschappelijke dialectiek is een gegeven waar niemand omheen kan. Situaties roepen altijd weer nieuwe krachten op. Interacties leiden altijd tot nieuwe omstandigheden. Daarbinnen het zicht blijven houden op inzet voor sociale vooruitgang en daar passende organisatievormen voor vinden, is een sociale, politieke en morele vereiste. Naïef of dogmatisch denken kan, zeker op de langere duur, de maatschappij niet in haar ontwikkeling begrijpen. Die ontwikkeling zal altijd weer barsten, breuken, tegenstrijdigheden laten zien.

Dialectisch denken is denken met een barst, bijvoorbeeld wanneer erkend wordt dat oude waarheden soms door nieuwe vervangen moeten worden. Tegenover die oude waarheden worden dan nieuwe uitspraken gesteld, wat leidt tot discussie en strijd. En altijd zal het denken vervolgens opnieuw een eenheid, een synthese willen vormen, een voor dat moment consistent idee over de wereld en waar je voor stáát.
    Wanneer oude vormen afsterven, zijn nieuwe ideeën nodig. Veel van het oude, zoals de strijd voor rechtvaardigheid en tegen onderdrukking kan dan nog altijd het uitgangspunt zijn in die nieuwe vormen. Of is elk streven naar rechtvaardigheid, beter leven en een duurzaam leefbare wereld soms ook verouderd?

Het denken en onze gevoelens zoeken eenheid, maar die is er niet zonder meer. Barsten daarin brengen iets teweeg, onmiskenbaar. Wanneer je de barst incalculeert en erkent niet alles te weten, je een open wetenschappelijke of gewoon nieuwsgierige houding nastreeft, en door blijft gaan samen met anderen analyses over belangrijke vraagstukken te maken, kun je een sociale inzet lang volhouden en actuele strijdbare samenhangende visies vinden. Je houdt het dan langer vol dan ieder die meent te kunnen denken zonder barsten, die alle lastigheden van de politiek meent te kunnen vermijden.
    Steeds weer spelen er breuken en tegenstellingen. Nadenken over zo’n diepe breuk kan leiden tot een crisis in het eigen bewustzijn. Maar dat hoeft niet noodzakelijk tot het opgeven van het ideaal te leiden. Denken gaat gepaard met spanningen, met winst, maar dus ook met verlies als het ideaal verder weg lijkt dan gedacht.

In Marx’ boek ‘Das Kapital’  spelen de verwachte breuk en de benodigde verandering een grote rol. Die vereiste verandering ontstaat echter niet vanzelf, terwijl gezien de omstandigheden dit proces bijna vanzelf lijkt te moeten gaan. Hoofdstuk 24 van deel 1 van ‘Das Kapital’, waarschijnlijk het meest besproken hoofdstuk, laat diepe breuken zien. De breuk toont zich eigenlijk al in de schrijfstijl van dit hoofdstuk, dat bevlogen geschreven maar duidelijk onaf is, een schets. Het is een model dat veronderstelt dat de tendens bestaat dat de arbeidersklasse wordt geschoold, verenigd en steeds beter georganiseerd, maar opvallend nalaat op de daadwerkelijke organisatiegraad van dat moment te wijzen.
    De vereiste verandering is één die het kapitalistisch loonsysteem opheft en komt tot een sociaal en collectief georganiseerde economie. Enerzijds bestaat er een systeem dat op den duur stikt in zijn rijkdom, en net zo goed stikt in zijn armoede en klassenongelijkheid, dus ten gronde lijkt te gaan op basis van de werking van dit systeem zelf. Anderzijds is er een georganiseerde democratische macht nodig die de verandering op een positieve manier voltrekt.
    Die macht is het proletariaat, maar Marx ziet heel goed dat de organisatie en dus de macht nog veel te wensen overlaat. Zijn oproep van twintig jaar eerder dat de proletariërs van alle landen zich moeten verenigen, heeft nog lang niet het gehoopte resultaat opgeleverd.

Het systeem bezwijkt op den duur, dat lijkt vanzelf te gaan. Maar de benodigde verbetering zelf vergt een kracht die nog niet bestaat. Het bijna-automatisme van de systeemcrisis valt dus beslist niet samen met een automatisme van de proletarische revolutie, zoals wel verondersteld is. De benodigde krachten moeten samengebracht worden, er is actie, beweging en sterke democratische organisatie nodig. Marx toont niet voor niets – bijvoorbeeld in zijn brieven aan zijn vriend Friedrich Engels – zo vaak zijn frustratie over de hapering van de organisatie van het internationale socialisme.
    De oplossing lijkt noodzakelijk en voorhanden, maar in de praktijk dreigt wél de crisis, maar niet de oplossing. De breuk is diep, niet alleen gedacht, maar reëel. In plaats van een verbetering dreigt chaos, een situatie die momenteel niet vreemd in de oren klinkt als we anno 2015 om ons heen kijken. Dan hoef je niet ver te kijken.

Dialectiek als eye-opener, maar dus één die vooral ook breuken en bijbehorende opgaven blootlegt. ‘Das Kapital’ laat de spanning zien van een maatschappijvorm en economisch stelsel dat in zich heeft vast te lopen en haar doodgravers oproept, maar ook het ongemakkelijke dat dit zonder politieke organisatie niet kan. Chaos ligt ook op de loer. De breuk oplossen kan alleen door de realiteit ervan te onderkennen en rationeel te handelen: organisatie en reflectie.
    Het oplossen van complexe vragen vereist reële breuken en tegenstellingen van de eigen maatschappij mee te denken: geen struisvogelpolitiek, niet in de schijn van gemakkelijke oplossingen geloven, niet wegkijken en niet de schuld aan ‘anderen’, zoals aan immigranten geven.





Boek: Jasper Schaaf, Marx, zó gelezen, Uitgeverij Damon, Budel 2005, ISBN 9055736457
Zie voor alle boeken: www.jasperschaaf.nl
Boeken bij Damon, kijk onder ‘auteurs’ op: www.damon.nl














zaterdag 2 mei 2015

Zeldzaam Schier





Zeldzaam Schier

Schier is Schiermonnikoog. Schier betekent veel, zo betekent het ‘mooi’. Of ‘leuk’. Voordat de Schiere Monniken weer terugkeren op het eiland en straks iedereen weer denkt dat schier ‘grijs’ of zelfs ‘grauw’ betekent, is het zaak iets fleuriger voor alle eeuwigheid de zeldzaamheid en schoonheid van Schier in kleine trekken voor te stellen. Niet dikdoen, gewoon schier.
      Schier betekent ‘bijna’, maar ook het tegendeel, dat het iets ‘zuivers’ is. Veelbetekenend woord dus, maar Schier is een zuiver eiland, duidelijk geen schiereiland. Al ontbreekt zó weer het perspectief van de wadloper, die vlak voor hij zijn doel bereikt misschien het beste van allemaal weet dat ‘bijna’ en ‘helemaal’ inderdaad schier is. Of Schier.
    Zeldzaam plekje, met opmerkelijke verschijnselen. Even op Schier en wat was er weer veel te zien. Zeldzaam?

Je ziet niet zo vaak een strandplevier op de Nederlandse stranden. Op de Balg, de schier eindeloze zandvlakte met kleine duintjes, liepen deze plevieren. Het oneindige zand werd even concreet ingevuld door deze aardige vogels. Drie keer gezien. Zou helemaal mooi zijn als er jongen komen.
      Nog zo’n niet alledaagse verschijning, de beflijster. In april moeten die op de Waddeneilanden te zien zijn, op weg naar Scandinavië. Maar zie je ze werkelijk? Op de westpunt van Schier zaten ze inderdaad in het struweel, een hele club.






En dan deze schelp. Snel opgeraapt, een hartschelp. Thuis maar even goed zien welke het is. Mooi groot en net van het strand deze ook maar even meegenomen naar het Schelpenmuseum Paal 14, waar ik toch even langs wilde gaan. Thijs de Boer, die dit mooie museum heeft opgezet, kijkt hem bijna mijn hand uit. Het is een zeldzame schelp, een grote hartschelp. Op het Nederlandse strand schier onmogelijk te vinden. Soms wel op de oostelijke wadden. Fossiel, waarschijnlijk uit de periode die Eemien genoemd wordt, zo’n 120.000 jaar geleden.




Acanthocardia aculeata, grote hartschelp
Schier, 30 april 2015, tussen palen 7 en 8, 65 X 62 mm



Allemaal schier zeldzaam. Toch maken de luchten van Schier de meeste indruk, het land, de oneindigheid, die altijd weer een ander beeld toont. Dat is een beetje vreemd, want je kunt dat zeldzaam noemen, maar die luchten zijn er steeds weer. Een bijzonder land, schier onmetelijk, maar altijd in de gaten gehouden door zijn eeuwige bewoners. Zoals door de kauw, deze schiere vogel.