woensdag 23 september 2015

Roofvogel smult van konijn (je weet niet altijd wat je ziet, deel 1)


Zeearend, buizerd of misschien een ruigpootbuizerd? Op 19 september jl., 10.00 uur ’s ochtends, niet meer dan vijf mensen binnen twee kilometer op het strand. Ik loop hoog op het strand, op de duinvoet en kijk vooral naar schelpen. Net als ik weg wil gaan zie ik de roofvogel vanuit mijn ooghoek.
    Van de andere kant komt een echtpaar. De dame ziet de vogel ook en loopt er met ferme tred op af. De vogel, voor zover ik kan zien, loopt of vliegt niet weg, maar neemt een dreigende houding aan. Een snauw geeft hij kennelijk, je ziet het – geloof ik – op de tweede foto. De dame druipt gelijk af en kijkt niet meer op of om. Overspronggedrag tonen mensen ook wel eens.

De vogel gaat gauw rustig verder aan de maaltijd. Hij eet konijn, een qua grootte volwassen dier. Hij laat zich rustig fotograferen, als ik op gepaste afstand blijf en peuzelt de arme holbewoner verder op.

De strandpaal op de foto laat over de locatie niets aan duidelijkheid te wensen over. En met meer dan vijftig foto’s moet het ook makkelijk te zien zijn wat voor vogel het is. Maar ter plekke zie je hoe groot hij is, en dan lijkt het misschien anders dan op de foto.
      Ook achteraf, vergeleken met schelpen op de foto’s, denk ik dat het dier zeker 60 cm groot is. De grootte, kleur enzovoort maakt er op dat moment voor mij een zeearend van. Te groot voor een grote buizerd of ruigpootbuizerd, maar voor een zeearend duidelijk wel aan de kleine kant. Nogal een bont exemplaar en niet 100% overeenkomstig met welke afbeelding dan ook die ik na de ontmoeting bekijk in mijn ruime voorraad gidsen en boeken over (roof)vogels.

Beelden, zoekbeelden. Altijd interessant. Beelden zijn waar tot op zekere hoogte, maar nooit perfect. Het kijken of denken aan bepaalde kenmerken roept vaak terechte twijfel op. De grootte is lastig, de bandering in de staart niet zo duidelijk, de witte onderkant past misschien bij een juveniele buizerd, maar de vogel is verder vrij donker, zij het wat bont, waardoor de borst mij niet direct aan een buizerd doet denken. De snavel roept evenwel gelijk twijfel aan een zeearend op. Die is fors en deels geel, maar kleiner dan verwacht. Dat geel met zwart is dat duidelijk genoeg te zien als bepalend kenmerk? Het beest heeft happen vlees en bloed aan de snavel van het arme konijntje. Op de foto vind ik de kop nogal van een buizerd, maar door mijn kijker leek het een arend.
      Eerste reacties van anderen die een paar van de foto’s zien: geen zeearend, wel zeearend, wel zeearend, geen zeearend. En voor hen weer lastig: mijn camera maakt van een kleine vogel zo een groot beest.

Veel kijken in de natuur naar schelpen en vogels doet me realiseren dat ik inmiddels zo ongeveer de eerste 80% gelijk goed zal zien. Maar hoe vaak heb ik niet een schelp in de hand gehad – en die vliegen nooit weg! – die hoe langer ik de kenmerken bekeek alleen maar onduidelijker werd? Er zitten meer kanten aan sommige simpele schelpjes dan men wel denkt. En voor de laatste 20% of een deel ervan goed te leren kijken, is het handig niet alleen gidsen, maar anderen te raadplegen. Dat doe ik vaker. Zo ook bij deze vogel, en wacht ik nog een of meer deskundige reacties af. Wat zal het zijn?
      Inmiddels neig ik steeds meer naar de buizerd (Buteo buteo). Geen ruigpoot die wat vroeg is aangeland, maar een gewone, wellicht juveniele buizerd. Groot beest: hij zet me op het verkeerde been. Groot gegroeid, maar wat wil je ook met zoveel lekkere konijnen direct in de buurt? Dit roept weer een nieuwe vraag op: vliegt een buizerd er met een heel konijn vandoor? Dat vergt wel iets meer dan een muis of mol. Het was waarschijnlijk een vers geslagen konijn, het bloed spatte rond tijdens de maaltijd.

Ik wacht de uitslag af en zal die in een aanvulling op deze weblog binnenkort vermelden. (Inmiddels hieronder toegevoegd.) Zoekbeelden kunnen leiden tot boeiende zoektochten. In de volgende weblog zal ik nog een mooi voorbeeld geven.
    Op de foto’s zie je op de tweede de vogel die op dat moment reageert op de verstoring die ik boven noemde. Daarna volgt de maaltijd en aan het eind een foto waarop de vogel nog even terugkijkt op onze ontmoeting. Niet echt, want toen ik wegliep zat de vogel er nog steeds. ’s Avonds lag het restant van het konijntje op bijna dezelfde plek. Toch is het wel een sociale vogel met die heldere plaatsbepaling van een strandpaal, vind ik.


Oplossing van het raadsel. Harry Westerhuis en Lieuwe van Wely, vogelkenners bij uitstek, geven uitsluitsel. Inderdaad een buizerd. Waarschijnlijk een vrouwtje, omdat ze zo groot is. Het bovengenoemde beest is dus geen hij maar een zij.
























zaterdag 12 september 2015

Red de Zorg – een kleine foto-impressie


Vandaag demonstreerden 15.000 à 20.000 mensen in Amsterdam tegen de totale afbraak van de zorg in Nederland. De FNV is de trekker van de actie en Ton Heerts hield een stevig verhaal. Zo de ook de vertegenwoordigers van de SP, Groen Links en 50+. Dieptepunt waren de verhalen van de staatssecretaris en het PvdA-Kamerlid, die neerkomen op volledige ontkenning van de huidige problemen in alle sectoren van de zorg en de massaontslagen.
Vreemd was dat de PvdA-Amsterdam genoemd werd onder de organisaties die de demonstratie steunden. Schizofreen, de behoefte aan goede zorg is ook in de politiek urgent. 

Het was een echte massademonstratie, strijdbaar, creatief, met ouderen en veel jongeren. De acties zullen doorgaan, de demonstranten riepen eensgezind mee te blijven doen. Hier een kleine impressie.
















zaterdag 5 september 2015

De roep om morele vernieuwing


De grote filosoof van de Verlichting Immanuel Kant (1724-1804) riep de onmondige mens op mondig te worden. Vanuit zijn rationele kennistheorie fundeerde hij een sociale ethiek. Kant was bovendien een politiek denker: de volkeren moeten hun eenheid smeden en werken aan een ‘eeuwige vrede’.

Verkerend in politieke kringen – zoals voor mij SP en FNV – en lezend in alle mogelijke media beluister en zie je vandaag de dag een enorme hunkering naar vernieuwing. Niet zo zeer technologisch, maar moreel. Tegelijk vraagt iedereen, ook gisteren nog letterlijk iemand aan mij, hoe kun je veranderen in deze barre tijden? Veel jongeren wachten niet en zijn intussen tal van acties gestart om vluchtelingen te helpen, daadwerkelijk wat doen, creatief, met alle middelen.
    Onder de sterke wens te veranderen ligt een walging, de diepe afkeer van weer terechtgekomen te zijn in de meest uitdetijdse verhoudingen. De bijkans wereldoorlog, die woedt vanuit het Midden-Oosten, en de crisis die sommigen slechts menen op te kunnen lossen door nieuw consumentisme. De politiek die ‘Hoera!’ roept als er een nieuwe koelkast is verkocht.
    En vooral de walging, maar ook het vaak onthand zijn tegenover het ultraconservatieve nationalisme dat woedt in Europa en zeker in Nederland, waar Geert Wilders mensen opstookt tegen de humane opvang van vluchtelingen.

Tegelijk oogt de strijd die gevoerd moet worden ouderwets: red de zorg tegen de totale afbraak, red de CAO’s en een fatsoenlijk loon voor eerlijk werk. Hier bestaat een enorme tegenspraak. Je voelt aan dat die strijd gevoerd moet worden, maar hebben we in deze met geweld en zelfzucht beladen tijd niet iets veel beters te doen? Velen snakken naar echte vernieuwing, niet de banale praatjes erover. Durven vooruit te denken, sociaal maar niet van boven opgelegd.
    En toch…. En toch zal die zo ouderwets ogende strijd gevoerd moeten worden om betere voorwaarden te scheppen voor echte vernieuwing. De oude strijd om de voorwaarden voor beter leven, voor humane opvang van alle vluchtelingen, voor werk voor iedereen in echte banen en tegen oorlog. Voorwaarden om verder op te bouwen: eerlijk verdelen van dat werk, duurzame productie en het opheffen van de opwarming.

Menselijke verhoudingen vragen om een basis. Dat wist de idealistische en humanistische filosoof Immanuel Kant heel goed. Zijn abstracte kennistheorie diende een politiek en humaan doel. Zijn politieke geschriften zijn nog altijd spannend, omdat ze een theorie vormen die de samenhang der dingen tracht te begrijpen. Niet alleen de voorwaarden, ook de vrede zelf.
    Leren van Kant en navolgers betekent nu zowel de vaak harde voorwaardelijke strijd te voeren: tegen oorlog, voor opvang, voor zorg, tegen uitbuiting en voor werk, en tegelijk niet verzaken te verzinnen hoe alles beter, initiatiefrijker, duurzamer, alledaagser, aardiger en leuker kan. De weerstand overwinnen slechts één weg te willen gaan.
      Niet praten over het ene alleen, ook over het andere. Natuurlijk niet alleen praten, het speelveld veroveren niet iets maar alles te doen.









Immanuel Kant











donderdag 3 september 2015

Een retorische vraag van Peter de Waard


In De Volkskrant ruim een week geleden (21 augustus) stond boven de column van Peter de Waard een retorische vraag. ‘Maakt technologie Utopia mogelijk?’ De eindredactie van dezelfde krant gaf gelijk het antwoord en zette vet voorop de krant dat volgens Peter de Waard het einde van het kapitalistisch systeem in zicht zou zijn. Toch staat dat niet zonder voorbehoud in de column, maar met een kanttekening.
      Er wordt in de column gereageerd op het boek van de journalist Paul Mason ‘Postcapitalism, a guide to the future’. Daarin staat dat door de informatietechnologie het kapitalistisch systeem steen voor steen wordt afgebroken.
    Ik stel dat genoemde vraag retorisch is, vooral vanwege het slot van de column. Daar staat dat de visie van Mason optimistisch is, maar suggestief en naar mijn idee terecht, wordt toegevoegd dat de afloop ook heel anders kan zijn. Wellicht wordt gedoeld op de mogelijkheid dat de informatietechnologie kan leiden tot een maatschappij waar Big Brother en vervreemding heersen.

In de samenvatting staat dat Mason meent dat digitalisering de behoefte aan arbeid vermindert, het werk flexibel wordt, het op schaarste gebaseerde marktmechanisme niet meer werkt, met de 3D-printer alles gemaakt kan gaan worden, de deeleconomie de oude markt zal vervangen en ook nog eens het basisinkomen gerealiseerd wordt. Enzovoorts. Het is geen unieke visie, je hoort dit in vele varianten.

Is dit optimistisch of eerder naïef? Dat het industrieel kapitalisme in hoge mate overvleugeld is door financieel kapitalisme of een nieuwe mix van kapitalistische initiatieven, of simpeler dat de maatschappelijke productie enorm is veranderd, is een gegeven. Dat daarbij de toepassingen en gevolgen van de technologische ontwikkeling een grote rol spelen is ook een feit. Digitalisering, bio-industrie, met daarbij permanente bereikbaarheid, enzovoorts. Maar alleen maar alle positieve mogelijkheden benoemen miskent de brede werking van de nieuwe kapitalistische vormen.
      Er bestaan nog altijd enorme machtsverschillen en tegenstellingen tussen rijk en arm. De opwarming van de aarde wordt niet in de laatste plaats versterkt door het gebrek aan sturing van productie en consumptie. En geen kapitalisme meer? Dat jong talent en nieuwe kansrijke ideeën op basis van de technologie met veel geld gelokt en ingepast worden in kapitaalkrachtige concerns, is dat niet gebaseerd op winstverwachtingen? De presentaties zien er vrolijk en creatief uit, dat is mooi, maar is dat alles? Krenten uit de pap.

Zo’n visie als van Mason lijkt te horen bij een cultuur die de rest van de wereld niet ziet en de werking van de (financiële) macht negeert. Dat de lonen onder druk staan, dat veel arbeid wordt uitgestoten, dat jongeren moeilijk werk vinden dat past bij hun ontwikkelingsniveau (enzovoorts), blijft allemaal buiten beeld als je alleen maar succesverhalen wilt kennen.
      En wat is het voor een wereld waarin alles spraakmakend en tóp moet zijn, en alle vermaak louter individueel? Het volk mag daar naar kijken? Met alle vernieuwing ontstaan nog steeds nieuwe en hardnekkige vormen van ongelijkheid. De voedselbanken zijn nog niet opgeheven. Ook is er steeds minder collectieve en democratische sturing op de voornaamste maatschappelijke ontwikkelingen. Elke nieuwe ontwikkeling genereert een eigen dynamiek, waar met veel media-aandacht vervolgens vaak klakkeloos achteraan wordt gelopen. Dat is op zich geen kapitalisme, maar ook geen vrijheid. Het resultaat kan een schijnwereld zijn, vol vervreemding.

Het eenduidig industrieel kapitalisme is vervangen door een mengsel, een mengvorm van waarin vooral financieel kapitalisme dominant is. Het lijkt vaak vaag, maar is dat geen gebrek aan analyse? Of van consequenties verbinden aan kritische analyses in plaats van negatieve effecten weg te praten? Durf wordt geassocieerd met financiële risico’s nemen, maar wie heeft de durf bij te sturen bij de risico’s van ongelijke verdeling en van geweld?
    Toen Thomas More in 1516 zijn ‘Utopia’  publiceerde, uitte hij een strenge maatschappijkritiek. Zijn gelijkheidsideaal en de in dit boek uitgesproken behoefte aan maatschappelijke sturing was ongetwijfeld uitdagend bedoeld, als tegenhanger van de tendens van verpaupering in zijn tijd. Het hedendaagse door de technologie zo hoog ontwikkelde kapitalisme biedt veel kansen. Maar wanneer gelijkheid of gelijkwaardigheid dichter kunnen komen, als een geactualiseerde utopie, komt niet door de technologische en economische mogelijkheden alleen. Er is democratische en sociale politieke machtsvorming en sturing bij nodig.
      En of we daarover momenteel zo optimistisch moeten zijn is maar de vraag. Jawel, alweer een retorische vraag.









Thomas More (1478-1535)








dinsdag 1 september 2015

Is PAX nog te volgen?


Op mijn weblog heb ik meer dan eens gezegd dat het hoognodig is dat de vredesbeweging weer meer tot leven komt en aan kracht wint. Om die reden steun ik al jaren ‘Stop de wapenhandel’. Wapenhandel is niet zozeer het gevolg van de behoefte aan wapens, maar omgekeerd creëert het deze behoefte en alle geweld dat erdoor wordt veroorzaakt.

Een poosje terug benaderde de Vredesorganisatie PAX me voor ondersteuning van acties tegen beleggingen in de wapenhandel en tegen kernwapens. Beide van harte door mij ondersteund. Ik kijk bij zoiets naar de eisen waar ik het in hoofdzaak mee eens moet zijn, en naar de organisatie die niet verkeerd mag zijn, ook al hoef ik de grondslag ervan niet volledig te onderschrijven. Met de inzet van de actieve PAX was ik blij. Vredesactie is hoognodig en PAX toont zich actief.

Maar is PAX nog wel te volgen? Een paar dagen terug, 27 augustus jl., stond in de Volkskrant een stuk van Marjolein Wijninckx die ‘programmaleider Syrië’ bij PAX zou zijn. Met een vette oorlogszuchtige kop dat het hoog tijd is om in Syrië militair in te grijpen tegen Assad. Misschien een kop van de redactie, maar het stuk liegt er niet om. We zouden de Amerikanen nodig hebben om Assad militair aan te pakken, en dat moet met een zorgvuldig militair plan.
      Het begaan zijn met en de meer dan grote ergernis over de vele burgerslachtoffers die nog steeds vallen snap ik goed, maar de hele voorgestane aanpak is naïef en steunt op een inzet van krachten die mede de oorzaak zijn van het geweld. Is het ‘slechts’ een persoonlijk standpunt? Zo wordt het niet gepresenteerd. Je bent ‘programmaleider Syrië’ of niet.

De gewapende strijd tegen Assad heb ik van meet af aan niet gesteund en dat zal ik ook niet doen. Het zijn dubieuze of foute clubs die dat doen, en de hele puinhoop in het Midden Oosten is mede door de Amerikanen veroorzaakt. Een zorgvuldig militair plan? Leve het succes in Irak? Je hoeft geen vriend van Assad te zijn om de gewapende strijd af te wijzen. En toen die strijd met de wapens begon liet het Westen zich niet of nauwelijks horen, daarmee de start van de oorlog oogluikend goedkeurend.
    De oproep van de PAX-medewerker doet me denken aan de oproep van Mient Jan Faber van het IKV destijds, die zich inzette voor bombardementen op Joegoslavië. Daar is naar mijn mening weinig goeds uit voortgekomen. Waren de overwinnaars de good guys? Waren er wel overwinnaars? Sowieso weet ik maar weinig gewapende strijd waarvan je achteraf kunt zeggen dat het goed was. Terwijl ik bovendien denk dat toen bij de strijd om Kobani nu eens relatief makkelijk de foute aanvaller aangepakt had kunnen worden en levens van de zich verzettende Koerden konden worden gespaard, ‘iedereen’ lang bleef toekijken.

Zonder een vriend van Assad te zijn is het wel te begrijpen dat veel (?) Syriërs zich door zijn regiem gesteund voelen omdat ze niet overgeleverd zijn aan de radicale islam. Of dat zij Armeniërs zijn die angst hebben voor Turkije. Het is niet zwart-wit in deze oorlog, deze burgeroorlog of werelddeeloorlog.
    Op kort-door-de-bocht-ideeën van een zogeheten vredesorganisatie om militair het vraagstuk op te lossen zit niemand te wachten. Ik teken dus maar even niet bij PAX.

Twee dagen later, ook in de Volkskrant, 29 augustus, staat een heel verhaal over het prachtige en veilige Baalbek Festival te Libanon. Veilig, want Syrische regeringstroepen maken samen met Hezbollah weer de dienst uit maken in het grensgebied. De Volkskrant zou die hele wirwar aan meningen over goed en kwaad in Syrië en omstreken eens tegenover elkaar moeten zetten. Daarmee gaat de ‘tachtigjarige oorlog’ van Syrië nog niet voorbij. Maar misschien wordt dan nog duidelijker dat een oproep militair in te grijpen minder simpel tot oplossingen leidt dan de PAX-‘programmaleider’ hier heeft voorgesteld.